De herkenning van ’t kwaad -2-
Met een triomfantelijk lachje stapt hij de lift in en staat
oog in oog met een jonge vrouw. Ze knikt even naar hem voor ze verveeld de
knop van de 2e etage indrukt. Hij knikt net zo nietszeggend terug en neemt
haar daarna vanuit zijn ooghoeken op. Lange slanke benen gestoken in halfhoge
zwarte laarsjes, een korte vaalblauwe spijkerrok. Haar zwarte leren motorjack lijkt
een paar maten te groot en haar rode haar is quasi slordig opgestoken in een
knot. Haar bleke, sproeterige gezicht ziet er -dankzij haar zwaar opgemaakte ogen
ietwat potsierlijk uit. Hij schat haar begin twintig. Een simpele prooi.
Haar lange, bleke hals lijkt naar hem te lonken.
Zijn handen strekken
zich automatisch uit en zijn vingers strelen zachtjes haar blanke huid. Bij het kuiltje in haar hals houden zijn
duimen stil en voeren een lichte druk uit op haar huid… Lachten haar groene ogen eerst nog uitdagend
naar hem, nu de druk van zijn duimen groter wordt staan ze angstig. De aderen
in haar hals en voorhoofd zwellen op als smalle, kolkende rivieren onder de
witte huid, wanneer zijn handen zich alsmaar strakker om haar hals spannen. Uiteindelijk
ziet hij haar blik breken. Als hij haar loslaat zakt ze voor zijn voeten op de
grauwe kale liftvloer in elkaar.
Zijn visioen wordt verstoord doordat de lift stopt en de
jonge vrouw twee passen naar voren doet om
de lift te verlaten. Geschrokken steekt
hij zijn grijpgrage handen diep in zijn zakken, sluit zijn ogen en snuift haar
geur op. Ze ruikt als een frisse zeebries, of nee, gras met een lichte
ondertoon van lavendel. Bracht haar geur hem eerst tot bedaren, de minachting waarmee ze hem nu aankijkt bezorgt hem nu een gevoel van opwinding.
Als vanzelf glijdt zijn hand over de gladde, zijden sjaal in
zijn zak. Hij kan haast niet wachten tot hij deze aan de wand van zijn flat kan hangen. Zodra de liftdeuren zich openen kijkt de jonge vrouw hem nogmaals met een
spottende blik aan, voor ze arrogant haar hoofd in de nek gooit en de galerij oploopt. Zijn blik volgt haar tot aan de deur waar ze haar sleutel uit haar tas
vist. nr. 49 Het gebeuren zet zich vast in zijn brein en sluimert daar verder
tot het moment dat hij er ooit gebruik van wenst te maken. Hij drukt op het knopje van de vierde verdieping
en wanneer de deuren zich hebben gesloten haalt hij de sjaal uit zijn zak en
drukt hem stevig tegen zijn gezicht.
Rozen… de geur van Camilla zal hij niet licht vergeten. Zijn eerste trofee.
© Ingrid Punt maart 2013
Spannend en mooi geschreven ! xxx
BeantwoordenVerwijderenDank U wel @RonPunt :)
BeantwoordenVerwijderen